Persmededeling – Zaventem , 28 juni 2010
is onuitvoerbaar en dreigt te zorgen voor de nodige chaos !
Wat brengt deze omzendbrief ? De wil van de Procureurs Generaal om te voldoen aan de Europese verplichting inzake het recht op de aanwezigheid van een advocaat tijdens het eerste verhoor bij de Politie.
Het College van Procureurs Generaal benadrukt in de voorbeschouwing dat het gebrek aan personeel, het nijpend tekort aan technische middelen en het zo goed als ontbreken van de nodige infrastructuur (bij zowel de Federale als Lokale Politie) voor problemen zorgt.
Maar het College van Procureurs Generaal benadrukt anderzijds ook dat een systeem van bijstand van een advocaat bij het eerste verhoor tevens ook andere gevolgen zal hebben : organiseren van een permanentie, oplijsten van de feiten die hiervoor in aanmerking komen, …
Het College vermeldt dat de Minister van Justitie het probleem naar zich heeft toegetrokken en dat er een overleg aan de gang is. De wetgever dient zijn rol nog te spelen.
Bijgevolg :
– Heeft het College beslist om een eerste bijkomende maatregel te treffen (het vermelden dat de verdachte het recht heeft om te zwijgen);
– Wijst het College op het belang van bescherming van de materiële indicaties en bewijzen (een pikant detail is te moeten vaststellen dat de Labo’s van de Fed Pol overduidelijk een gebrek aan personeel hebben).
– Legt het College van Procureurs Generaal de video opname/registratie van het eerste verhoor van een gearresteerde verdachte op, en deze maatregel is vormt voor ons een probleem.
Het ligt niet in onze bedoeling om de magistratuur te bekritiseren. Maar het komt er voor ons op neer om de rechten van de Politieagenten te verdedigen, en om toe te zien dat de Politiediensten deze naam waardig blijven naar de bevolking toe.
Met de reeds genomen maatregel stellen wij vast dat de chaos zich stilletjes aan tussen de verschillende gerechtelijke arrondissementen aan het vestigen is. Op de ene plaats meent men klaar te zijn en legt men een startdatum op van 30 juni. In een andere arrondissement staat men absoluut nog nergens. In nog een derde arrondissement komen er tegenstrijdige berichten van de Onderzoeksrechters zelf.
Wij stellen nogal wat tegenstrijdigheden vast (buiten de constitutionele problemen die zich stellen door deze omzendbrief ) dewelke niet samengaan met “justitie”.
Deze tegenstrijdigheden zullen ongetwijfeld gebruikt worden door “procedure advocaten”, en bepaalde dossiers – misdrijven die niet van de minste zullen zijn – zullen het voorwerp uitmaken van een nietigverklaring.
Daarenboven, in tegenstelling tot wat men schijnt te willen geloven, zijn het niet altijd de diensten die in tweede lijn werken (Onderzoeksdiensten/recherche) die het eerste verhoor uitvoeren; de collega’s van de eerste lijn zullen als eerste en het meest met deze problematiek te maken krijgen. En de Interventiediensten zijn ABSOLUUT NIET UITGERUST NOCH GEVORMD om dergelijke gefilmde verhoren uit te voeren.
Zo’n situatie is uiteraard in hoge mate nadelig voor de rechten van de slachtoffers, maar ook van de rechten van de collega’s gezien zij het zullen zijn die met de beschuldigende vinger zullen gewezen worden in het geval er fouten zullen gemaakt worden.
Bovendien staat er niemand stil bij de rechten van de betrokken Politiemensen. Niemand vraagt zich blijkbaar af of zij wel willen gefilmd worden (privacywetgeving)
Of hebben de verdachten tegenwoordig meer rechten dan de slachtoffers en de Politiemensen ? !?
Wij willen onderstrepen hoe slecht deze omzendbrief aanvoelt bij de Politiediensten : men bepaalt zeer duidelijk dat de registratie wordt uitgevoerd om de manier waarop het verhoor heeft plaatsgevonden te controleren. Het gaat dus duidelijk over een controle van de Politiemensen, niet over een wijziging om aan de Europese richtlijnen te voldoen. (Men moet ons eens uitleggen wat het opnemen van het verhoor op video – zonder advocaat – te maken heeft met de Europese regelgeving die stelt dat er een advocaat het verhoor mag bijwonen?)
Bijkomend stellen wij vast dat het standpunt van de Procureurs Generaal is dat de betrokken verdachte zijn toestemming niet hoeft te geven … wij zijn benieuwd om het standpunt van het Hof van Cassatie te kennen hieromtrent.
In ieder geval achten wij het wenselijk dat de Minister van Justitie en het College van Procureurs Generaal een algemeen uitstel zouden overwegen, hetgeen ons absoluut noodzakelijk lijkt. Daarom zullen wij, om het debat te openen, in de loop van de week een Nationale stakingsaanzegging, slaande op de Federale Gerechtelijke zuil, indienen.
Vincent GILLES – Président National +32475304864
Vincent HOUSSIN – Nat. Ondervoorzitter +32485184952