Bewust onthouden wij er ons van om gebeurlijke statutaire tekortkomingen of anomalieën aan te halen in dit document. Zij behoren immers tot de knelpunten die een constante bekommernis zijn in de dagelijkse werking van onze vakorganisatie en kaderen veel minder in wat een globale evaluatie van de hervorming dient te zijn.
Daarentegen wensen wij tijdens deze hoorzitting stil te staan bij vier hoofdbekommernissen vermits zij kunnen gedefinieerd worden als structurele- en/of, functionele- problemen, welke een onmiddellijk verband hebben met de politiehervorming.
Het gaat inzonderheid om:
• De rekrutering en opleiding.
• De personeelstekorten – KUL norm.
• Het beheer en uitwisseling van de informatie.
• Geweld tegen politieambtenaren.
Rekrutering en opleiding
Voor VSOA Politie schort er iets met de rekrutering en wel in die zin dat de normen inzake moraliteit dienen verstrengd te worden. De jongeren van heden mogen wel producten van hun tijd en in het algemeen ruimdenkender zijn. Zij hanteren evenwel andere, lagere normen en waarden, wanneer het erop aankomt hen te spiegelen aan de voorbeeldfunctie die zij als politieambtenaar zouden moeten hebben.
Vastgesteld wordt dat velen zich niet voldoende bewust zijn van hun maatschappelijke voorbeeldfunctie. Te veel politiemensen zijn betrokken in feiten die deontologisch laakbaar zijn en teveel jonge politiemensen zijn betrokken in strafrechtelijke feiten die hun oorsprong niet vinden in de dienstuitvoering.
Naar mening van VSOA Politie dient het moraliteitsonderzoek te worden verstrengd. Daarenboven dient in de basisopleiding meer aandacht te worden besteed aan de deontologie.
De opleiding dient meer te worden gestroomlijnd zodat alle politiescholen een identieke leerstof geven. De “eindtermen” dienen te worden getoetst worden aan een enig examen van het type baccalaureaat.
Een pas afgestudeerde inspecteur die zich aanbiedt op een selectie voor een functie van interventiepolitieman in een lokale zone en die niet weet wanneer hij een ademtest dient af te nemen getuigt niet van een gedegen opleiding. De opleiding is teveel “sociaal” gericht. De opleiding dient te worden gekenmerkt door een gezonde mix van assertiviteit en empathie.
Men kan zich de vraag stellen of het nog van deze tijd is tien verschillende politiescholen te hebben die daarenboven vaak VZW’s zijn waarop blijkbaar niemand van de hogere overheid vat heeft. Voor sommige scholen ontstaat soms de indruk dat het aantal afgeleverde producten belangrijker is dan de kwaliteit van de pas afgestudeerden, want dit aantal is bepalend voor de geldelijke middelen waarover men kan beschikken.
Personeelstekorten – KUL norm
Het is ontegensprekelijk een feit dat de federale politie alsook vele korpsen van de lokale politie met een ernstig personeelstekort kampen. Terwijl men enerzijds meer en meer vraagt van de politie stelt men anderzijds vast dat de personeelstekorten niet worden aangevuld. De recente beslissing om in de komende twee jaar de 600 voorziene pensioneringen per jaar in de FedPol slechts voor de helft te vervangen zijn hiervan het duidelijkste bewijs.
Dat deze niet-opvullingen zich in grote mate zouden situeren binnen het Calog kader, is zeer twijfelachtig en zelfs zo dit het geval zou zijn, dan nog zal de vermindering van dit kader een invloed hebben op het totaal kwalitatieve pakket aan dienstverlening dat de federale politie levert. Immers het Calog personeel levert een niet onbelangrijke steun en omkadering voor het operationeel personeel en een vermindering van deze capaciteit zal van invloed zijn op de totale operationaliteit van de federale politie.
De calogiseringsoperatie welke de afgelopen jaren werd doorgevoerd binnen de federale politie en welke tot gevolg had dat de operationele capaciteit enigszins verhoogde, wordt daarmee trouwens in een klap te niet gedaan.
De bijzondere diensten van de FedPol zoals WPR, SPN, SPC, Gerechtelijke Labo’s, zijn onderbemand en hun rol is in vele gevallen herleid tot een soort van brandweerrol. Deze diensten kunnen zich gewoonweg niet meer bezighouden met hun kerntaken.
De steun van de Federale Politie aan de lokale politie komt meer en meer in het gedrang, omdat de federale politie eenvoudigweg haar eigen taken niet meer naar behoren kan uitvoeren. De aangekondigde inkrimpingen van het budget van de federale politie doet het ergste vrezen op korte termijn.
Het is de hoogste tijd dat de verantwoordelijke beleidsvoerders in dit land zich de vraag stellen welke de maatschappelijke peilers zijn waarop niet kan bespaard worden. Voor VSOA – Politie is de veiligheid van de bevolking daar een der voornaamste van. Veiligheid is een basisbehoefte en heeft een prijs.
In de politiezones in het niet veel beter gesteld. Alleen al de Brusselse Regio heeft een tekort van 800 FTE’s hetgeen zich duidelijk laat voelen op het terrein. De veiligheid van het personeel wordt ernstig in het gedrang gebracht door deze personeelstekorten. Een grote Brusselse zone kan ’s nachts slechts drie patrouilles op voertuig inzetten voor een totale bevolking van 248.000 bewoners. Deze patrouilles hollen bovendien van de ene interventie naar de andere. Van enige pro activiteit of preventie is geen enkele sprake meer.
De schaal van sommige zones is problematisch. Indien het zo is dat iedere zone de basisfunctionaliteiten dient waar te maken, zo leidt het exclusieve karakter van deze functionaliteiten vaak tot een capaciteitsprobleem in die functionaliteit die het “blauw op straat” moet belichamen. In de rurale gebieden en zelfs in sommige steden is het zonder meer zo dat, in tegenstelling tot wat algemeen beweerd wordt, er niet meer blauw op straat is. En als men al blauw ziet dan holt dit meestal achter de feiten aan.
Preventieve, ontradende controles en patrouilles zijn een zeldzaamheid.
Men kan zich hierbij de vraag stellen of politiezones met een effectief van 40 of 50 personeelsleden wel werkbaar zijn. De vaststelling dat sommige zones zelf vragende partij zijn voor samenvoeging (Lanaken / Maasmechelen) en daardoor willen rationaliseren, moge daarvan het duidelijkste bewijs zijn. De KUL norm is niet meer langer houdbaar en dient te worden herzien. In zeer veel zones zijn de parameters, op basis van dewelke de personeelsformatie destijds bepaald werd, intussen drastisch gewijzigd.
VSOA – Politie wenst bij deze eveneens de fabel uit de wereld te helpen dat België een overdaad aan politie zou hebben in verhouding tot de ons omringende landen. Studies waarvan sommigen gewag maken geven een totaal vertekend beeld weer. Men dient bij vergelijkingen ALLE politiediensten in kaart te brengen die actief zijn in een land.
Een studie uitgevoerd door EuroCOP (European Confederation of Police) toont aan dat België midden in het peloton zit qua dichtheid van haar politie in verhouding tot het inwonersaantal. België wordt dus niet “over-policed”.
“ Meer blauw op straat ”
Dat was het adagium van de politiehervorming. Welnu: er is niet meer blauw op straat dan vroeger, het tegendeel is waar.
Informatiebeheer en –uitwisseling
Directe aanleiding van de politiehervorming was de vaststelling dat er wat betreft het beheer en uitwisseling van informatie een en ander fout liep. Er was meer concurrentie dan samenwerking. Niettegenstaande men zich vragen kan stellen met betrekking tot de houding van sommige korpschefs of leidinggevenden in relatie tot hun “ geïntegreerd bewustzijn ” kan worden gesteld dat de hervorming tot gevolg heeft gehad dat er geen echte “ guerre des flics” meer is.
Toch duikt een nieuw fenomeen op. De algemene informatie kruispunten, de zgn. AIK’s kunnen de enorme toeloop aan informatie niet meer adequaat verwerken. Dit heeft nefaste gevolgen voor een performante exploitatie van de informatie en beïnvloedt eveneens in niet geringe mate de statistieken inzake criminaliteit.
De reden hiervan ligt geenszins in het feit dat deze diensten structureel niet optimaal zouden kunnen functioneren doch weerom duikt het spook van de personeelstekorten ook hier op.
Geweld tegen politieambtenaren
Een fenomeen dat zeer verontrustende proporties begint aan te nemen en in niet geringe mate dreigt te escaleren, mede als gevolg van een gebrek aan personele middelen, is het geweld tegen politieambtenaren.
De laatste gebeurtenissen in het Brusselse, waar jongerenbendes op georganiseerde wijze zinloos geweld plegen tegen politie, illustreert wat bedoeld wordt. Zoals supra aangehaald is veiligheid een basisbehoefte en dient de overheid zich voor eens en altijd bewust te zijn dat daarop een prijs kleeft. Het kan dus niet zijn dat bespaard wordt op personeel.
• 800 tekorten in de Brusselse regio,
• nul optie inzake inconvenienten,
• rekruteringen die niet voldoende zijn om de demografische uitstroom aan te vullen,
• het ontbreken van een direct inzetbare reserve,
• een niet steeds adequate uitrusting,
• …………………….
zijn factoren die dit fenomeen zeker en vast nog zullen doen toenemen.
Indien men daarenboven weet dat zekere feiten slechts kunnen gebeuren omdat de plegers ervan zich verschuilen in een groepsdynamiek voor dewelke het strafrecht geen soelaas biedt, zo dient er een wetgevend kader te worden geschapen waarbij voorzien wordt in een collectief misdrijf teneinde de loutere aanwezigheid bij of passieve deelname aan rellen te kunnen beteugelen.
Volgens VSOA – Politie komt de veiligheid van de politieambtenaren meer en meer in het gedrang en dient er dringend te worden onderzocht in welke mate personeel en middelen op een meer rationele wijze kunnen worden ingezet in de Brusselse Regio. Daarbij kan men de vraag om van deze regio één politiezone te maken niet uit de weg gaan.
Jan SCHONKEREN
Nationaal Voorzitter
VSOA Politie