BRUSSEL, 18 juni 2008 | Aan Dhr. Patrick Dewael Minister van Binnenlandse Zaken Wetstraat 2 1000 Brussel |
Betreft: Onderhandelingen Sectoraal eisenbundel
Mijnheer de Minister,
Zelden werden wij geconfronteerd met een tekst die zo uitblonk in vaagheid. Op geen enkele ogenblik biedt deze een antwoord op de gestelde eisen van de vakbonden.
Men laat ons in feite heel duidelijk verstaan dat er geen financiële marge is tot het realiseren van wat dan ook en bijgevolg komt het ons voor dat de concretisering van de door de overheid geformuleerde wensen en deze van de vakbonden slechts kan door interne budgetverschuiving (herverdeling van de beschikbare middelen). De functionele verloning is hiervan het duidelijkste voorbeeld.
De vakbonden zullen bovendien eerst en vooral een aantal belangrijke toegevingen moeten doen alvorens er kan nagegaan worden of en zo ja hoeveel financiële middelen er zijn om de pecuniaire eisen van de vakorganisaties in te vullen.
Ook wenst de overheid een “globaal” akkoord a f te sluiten. Het verleden heeft ons geleerd dat globale akkoorden niet altijd leiden tot een volledige uitvoering en dat steeds de punten die de overheid belangrijk vindt als eerste gerealiseerd worden. Bovendien is het nog maar de vraag of de vakbondswensen die deel uitmaken van het globale akkoord wel gerealiseerd worden. De zogenaamde “boni santé” is daar, ondanks twee formele protocollen van akkoord, een duidelijk voorbeeld van.
Onze analyse van het voorliggende dossier komt erop neer dat er weeral een poging op tafel ligt tot de verdere ontmanteling van het statuut (flexibiliteit, grotere beschikbaarheid, loopbaan incentives gekoppeld aan een meer flexibibele inzet en engagement van het personeelslid, meer HRM armslag voor de mandatarissen, …).
Mag ik u eveneens op wijzen dat, op het ogenblik dat wij aan tafel moeten gaan zitten over een loonsverhoging voor “het voetvolk” er een “proeve van tekst” bestaat om zonder enige syndicale onderhandeling, dus bij wetsvoorstel, de korpschefs van klasse 1 en 2 een weddeverhoging naar O7 en de korpschefs klasse 3, 4 en 5 alsmede de directeurs van de federale politie een weddeverhoging naar O8 aan te bieden. Deze “proeve van tekst” blijkt daarenboven gekend te zijn door de overheidsonderhandelaars op het ogenblik dat zij ons mededelen dat er voor het ‘voetvolk” niks te rapen valt. U zult begrijpen dat VSOA – Politie dit effenaf schandalig vindt en zijn leden hiervan uitvoerig zal inlichten.
VSOA – Politie neemt bijgevolg niet deel aan de onderhandeling.
Tevens werd unaniem beslist om onze leden persoonlijk en gedetailleerd te informeren en hen te mobiliseren. Ik kan u verzekeren dat, gelet op al hetgeen voorafgaat, deze mobilisatie niet onbeantwoord zal blijven en zich niet zal beperken tot acties die algemeen beschouwd worden als “normaal” binnen het syndicale arsenaal aan reactiemogelijkheden voor politievakbonden.
Voor het politiepersoneel de maat vol! Het stelt vast dat voor sommigen, zonder enig syndicaal overleg, alles in het werk wordt gesteld om hen ter willen te zijn, terwijl voor zij die het politiewerk belichamen op het terrein, niets of bijna niets mogelijk is. Het politiepersoneel zal dienovereenkomstig reageren.
Gelieve inmiddels te aanvaarden onze blijken van hoogachting,
Jan SCHONKEREN Nationaal Voorzitter VSOA – Politie | PDF versie |