1) Ontwerp deontologische code
2) Vakantiegeld voor het operationeel personeel
3) Evaluatie van het personeel (toelichting)
1. Evaluatie van het personeel (toelichting)
De technieker van de overheid geeft uitleg bij het document dat ons overhandigd werd. Hij laat ook weten dat de overgangsperiode inzake de evaluatie met een jaar verlengd zal worden en dit op vraag van alle betrokken partijen.
Wij vragen of er een band bestaat tussen de functieprofielen van dit systeem en de profielen inzake de mobiliteit. De overheid is zover nog niet om deze band te maken maar ziet wel de noodzaak in van coherentie en meldt ons dat sommige zaken zeker gemeenschappelijk zijn .
Wij vragen indien mogelijk een paritaire commissie op te richten die de inwerkingtreding van dit systeem kan opvolgen. De overheid wil dit niet en verwijst de opvolging eerder naar het Hoog Overlegcomité en de BOC’s in de zone. Hier kunnen we ons in vinden en onderstrepen ook de rol van de AIG hierin. Het is duidelijk dat indien er serieuze problemen zijn inzake de interpretatie op lokaal niveau dit in een HOC behandeld zal worden.
De datum van inwerkingtreding lokt nog discussies uit alsook de het feit dat de eerste evaluatie niet zou meetellen voor de gevolgen beschreven in ons statuut. Het tweede element wordt bevestigd door de overheid, enkel inzake de datum bestaat er nog onenigheid en dient nog besproken te worden.
Ook de vorming wekt de interesse van de vakbonden. We vragen hoe dit georganiseerd gaat worden. De overheid geeft hier haar mening. De personeelsleden zullen ook een vormingsmodule kunnen volgen via de baremische opleiding.
We vragen aan de overheid indien het mogelijk is dat de vakbonden ook een identieke vorming zouden krijgen als die gegeven aan de evaluatoren. De overheid gaat dit doen voor ongeveer 20 personen per taalstelsel.
De studie van de tekst zal plaatsvinden op 9 maart tijdens het volgende OCP.
2. Vakantiegeld voor het operationeel personeel
De Voorzitter heeft dit punt een beetje uit het oog verloren en voegt eraan toe dat hij dan ook geen mandaat heeft om dit punt te behandelen. Hij vraagt dit terug te mogen behandelen op 9 maart waar hij hoopt over een mandaat te beschikken.
De vakbonden gaan akkoord.
3. Ontwerp deonthologische code
De Voorzitter opent het debat maar zegt dat het vandaag enkel gaat over een eerste rondvraag.
Wij vrezen dat deze code anders geïnterpreteerd gaat worden op lokaal niveau daar er in verschillende zones reeds een code bestaat. De Voorzitter zegt dat deze lokale codes zich dienen te conformeren aan deze deonthologische code. We vragen dan ook dat dit zou gebeuren en stellen dat hetgeen hier niet onderhandeld werd, niet bestaat. Voor ons is deze code niet overlegbaar in de zones daar hij hier op het OCP wordt behandeld. Wij vragen dan ook dat er in de tekst een kleine zin wordt geschreven dat dit de enige wettelijke deonthologische code is. Wij willen niet dat de zones allen deze code anders interpreteren en vreze een beetje dat dit wel gaat gebeuren. Hierin zullen wij niet in meegaan.
Ook het probleem van de waarden komt hierin naar voren. Er bestaan al charters met waarden die niet terugkomen in deze voorgestelde code.
De vertegenwoordiger van de vaste commissie onderstreept dat deze waarden rechtstreeks verband houden met het zonale veiligheidsplan en dat ze voor de zones doorslaggevend zijn.
Er ontstaat een debat inzake de tekortkomingen in deze code. Voor ons is de aanpassing van de reeds bestaande codes een breekpunt.
Er wordt overgegaan tot een eerste grondige analyse van de tekst. Enkele aanpassingen worden doorgevoerd. Het gaat voorlopig voornamelijk over kleine aanpassingen van enkele zinnen en schrappen van sommige woorden.
4. Allerlei
Vesalius:
De Voorzitter herhaalt zijn belofte om uitleg te geven bij de tekst van zodra deze goedgekeurd wordt door de regering en voor hij in de Kamer neergeld zal worden. De tekst is goedgekeurd onder voorbehoud van sommige niet limitatieve wijzigingen die nog het onderwerp uitmaken van discussies binnen het interkabinetten overleg. Deze gesprekken zijn begonnen. Indien er hier geen consensus bereikt wordt, gaat de tekst direct terug naar de regering. Indien wel akkoord, direct naar de Kamer.
Wij merken op dat in de versie in ons bezit er zaken instaan die normaal gezien onderhandeld dienen te worden. De Voorzitter bevestigt dat indien er zaken inzitten die onderhandeld dienen te worden en dit nog niet gebeurd is (ook niet in het kader van het Arrest) de wet zal toegepast worden door deze te onderhandelen en voor te leggen aan de Raad van State.
Wij merken ook nog op dat in de versie in ons bezit stukken van afspraken gemaakt buiten het kader van het Arrest niet voorkomen (o.a. de valorisatie van de brevetten). Ook lezen wij in de basistekst dat er een consensus bereikt werd omdat syndicale partners uit het gemeenschappelijk front gestapt zijn. De Voorzitter neemt hier akte van en preciseert dat het gaat over een “schrijffout” die niet meer mag voorkomen.