Midden juni werden twee collega’s van de WPR Henegouwen (een eenheid met een personeelstekort van 49%!) opgeroepen voor een ladingdiefstal op een parking van een autosnelweg met de mededeling dat de daders nog steeds ter plaatse waren.
Bij hun aankomst namen de daders aanvankelijk de vlucht maar keerden vervolgens terug naar de plaats waar collega’s bezig waren met de vaststellingen en bedreigden hen met als doel om hun twee (gestolen) voertuigen te recupereren. De collega’s probeerden eerst verbaal de situatie onder controle te krijgen maar de situatie escaleerde en zij voelden zich bedreigd. Er werd dan een waarschuwingsschot gelost waardoor de daders opnieuw de vlucht namen en ze zich op die manier in veiligheid konden brengen tot er versterking kwam.
Het resultaat van deze rustige, subsidiaire en proportionele beheerde gebeurtenis die helaas regelmatig voorkomt – is een disciplinair verslag om volgende redenen:
“Inspecteur, een lid van de federale politie, die zijn taak niet heeft vervuld door een gerechtvaardigd waarschuwingsschot in de lucht af te vuren, t.t.z.. in een gevaarlijke richting die het kon uitsluiten dat de terugkeer van de kogel over de grond kon gebeuren zonder gevaar voor de fysieke integriteit van de personen die aanwezig waren op de plaats delict of op het traject ervan”
en levert de betrokken collega een voorstel tot waarschuwing op!
Zo een misstap voor een daad die alleen maar felicitaties verdient, is voor ons onbegrijpelijk!
En dat is nog weerzinwekkender omdat deze beslissing om disciplinaire maatregelen te nemen de wil is van DGA (volgens ons zou geen enkele andere oveheid, van diensthoofd tot directeur aan zo een absurditeit willen beginnen), waarschijnlijk op basis van een technisch advies van een onbekende collega (die in het inleidende verslag als “expert” wordt vermeld, zonder dat de identiteit van deze deskundige wordt vermeld, noch zijn titels en verdiensten, andere dan monitor geweldbeheersing): de collega had dus op de zachte ondergrond moeten schieten…. maar wat doe je als je op een asfalt staat, verplaats je je dan naar een grasveld?
Wij vernemen dat zeker niet iedereen in de hiërarchie van de federale politie deze archaïsche visie van DGA m.b.t. personeelsbeleid deelt. De beslissing staat haaks op de realiteit die collega’s dag na dag ervaren op het terrein en nu helaas tot de conclusie moeten komen dat een waarschuwingsschot in de lucht moet worden bestraft met een disciplinaire sanctie!
VSOA Politie dient een stakingsaanzegging in voor het voltallig personeel van DAH, met volgende motieven:
- Dat een dergelijke beslissing van DGA een schending is van de deontologische code (artikel 5; 6, 2de; 7, 2 & 3de §; 9; 10; 11) – wat kan worden omschreven als (institutioneel) geweld tegen de betrokken collega – en dus een disciplinair onderzoek vereist, m.a.w.:
- dat DGA zich – volgens onze informatie – slechts heeft beperkt tot een disciplinaire afweging zonder zich op enigerlei wijze zorgen te maken over de psychosociale belasting van de betrokken collega’s;
- dat dergelijke beslissing van DGA om in dit geval een tuchtprocedure te starten, een onnodige en dus onaanvaardbare psychosociale last is voor de betrokken collega’s en hun professionele entourage, en ook daarbuiten, voor alle collega’s in het operationele kader van de federale politie, en zelfs de geïntegreerde politie;
- Dat het hoogdringend tijd is dat DGA– geïnspireerd door de houding van de heer Beaupère, korpschef van de politiezone van Luik – zich publiekelijk, zwart op wit, solidair verklaart met de personeelsleden van DGA en erkent dat er dringende acties ondernomen moeten worden;
- Dat het hoog tijd is om politieke beslissingen te nemen en concrete en dringende operationele maatregelen te ontwikkelen om alle federale politie-eenheden in eerste lijn op lange termijn te ondersteunen in het kader van migratie.
Wij zullen in ieder geval een formele ingebrekestelling sturen aan zowel de minister van Binnenlandse Zaken als DGA omwille van het niet nemen van dringende en noodzakelijke maatregelen nemen om de veiligheid van de personeelsleden te garanderen.
Als het gaat om geweld tegen politieagenten, geloven velen onder ons dat onze “grootste” vijanden zich extern onze organisatie bevinden (misdadigers, politici, magistraten, de media, …). Dit toont echter aan dat er tusen onze eigen leiders personen zijn die het niet goed voor hebben (zelfs onbewust, maar vanwege hun eigen beslissingen). En deze zijn – door hun (gebrek aan) beslissingen – misschien veel schadelijker voor onze organisatie dan andere externen, die vaak roepen maar weinig doen.